Auteur:
Artemis
Geplaatst
15 januari 2025
Planten krijgen gedurende hun groei te maken met stressvolle momenten, zoals droogte, hitte, of voedingsstoffentekorten. In zulke situaties kunnen aminozuur-biostimulanten de planten ondersteunen bij het herstellen van hun balans en het optimaliseren van hun groei. Maar niet alle aminozuur-biostimulanten zijn gelijk. De kwaliteit van het product is van cruciaal belang voor de effectiviteit ervan. Een belangrijk kwaliteitscriterium is de opneembaarheid van de aminozuren. Om door de plant gebruikt te worden, moeten aminozuren in kleine stukjes zijn geknipt en in de L-vorm aanwezig zijn. Aminozuren die in langere ketens (peptiden) voorkomen of in de minder efficiënte D-vorm zijn, worden door de plant slecht of helemaal niet opgenomen. Dit betekent dat producten, die niet aan deze eisen voldoen, weinig tot geen effect hebben.
20 verschillende aminozuren
Het is ook belangrijk om te letten op de samenstelling van de aminozuurmix. Planten hebben 20 verschillende essentiële aminozuren nodig om hun celprocessen goed te kunnen laten werken en om alle eiwitten aan te kunnen maken. Veel biostimulanten bevatten echter maar 3 of 4 van deze aminozuren in grotere hoeveelheden, terwijl de rest niet of nauwelijks aanwezig is. Toch zijn alle 20 aminozuren belangrijk om planten te helpen bij stress, herstel en groei. Met behulp van een specifieke analyse kan een aminogram worden gemaakt wat zichtbaar maak welke aminozuren in een product aanwezig zijn en wat de onderlinge verhoudingen zijn.
Het geheim achter aminozuren
Aminozuren spelen een cruciale rol in de voeding, maar niet alle aminozuur-producten zijn gelijk. De onderstaande grafieken, die aminogrammen worden genoemd, laten een fascinerend verschil zien tussen twee soorten aminozuur-producten: eentje met een ‘gebalanceerd aminozuurprofiel’ en eentje met een ‘niet-gebalanceerd profiel’. (zie figuren) Beide producten bevatten ongeveer 20% vrij opneembare aminozuren, maar dat is waar de gelijkenissen ophouden. In het ‘gebalanceerde profiel’ zijn alle, voor een plant, nuttige aminozuren keurig in ongeveer vergelijkbare hoeveelheden aanwezig. Bij het ‘niet-gebalanceerde profiel’ zien we echter een totaal ander beeld. Hier domineren slechts een paar aminozuren (zoals alanine, glutaminezuur, glycine en proline), terwijl de 16 overige, ook nuttige aminozuren, amper of helemaal niet aanwezig zijn. Het totale gehalte aan vrij opneembare aminozuren mag dan hetzelfde zijn, de kwaliteit voor de plant verschilt als dag en nacht. Het verschil in balans komt voort uit de manier waarop het product wordt gemaakt. Wanneer grondstoffen worden verhit (een proces dat thermolyse heet), resulteert dat vaak in een ‘niet-gebalanceerd profiel’. Kies je echter voor een verfijnder proces zoals enzymatische afbraak, dan krijg je een prachtig ‘gebalanceerd aminozuurprofiel’.
Wat kun je hiermee?
Wil je zeker zijn van een kwalitatief goed aminozuurproduct? Vraag dan bij de producent een aminogram op. Zo kun je zelf beoordelen of je te maken hebt met een goed product of een mindere variant. De keuze is groot, maar met dit praktische handvat kun je een weloverwogen beslissing nemen bij het kiezen van een aminozuur-biostimulant, die echt bijdraagt aan een beter gewas. Ook belangrijk is om vooraf te overleggen met adviseur over welke aantoonbare ervaringen er zijn in proeven en/of vergelijkbare praktijksituaties, zodat een goed beeld ontstaat wat een aminozuur-biostimulant kan gaan bijdragen aan de teelt. En natuurlijk is het ook van groot belang om als teler eventueel in overleg met een adviseur zelf ervaringen op te gaan doen in de eigen praktijksituatie.
Proberen is leren, en door te leren gaat het gewas beter presteren!