U bent hier:

Inzet minister Wiersma (LVVN) op gewasbescherming


Ter voorbereiding op het Tweede Kamer-debat over gewasbeschermingsmiddelen heeft minister Femke Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) in een brief een toelichting gegeven op haar inzet op het dossier gewasbescherming. Het telen van gewassen moet voor tuinders een redelijke beloning opleveren binnen de bandbreedte van:

  • het ecologisch draagvlak, zoals schoon water en biodiversiteit;
  • de gezondheid van omwonenden;
  • maatschappelijke acceptatie.

Onafhankelijke wetenschappelijke adviezen bepalend voor toelating
Ten aanzien van de besluitvorming over de Europese goedkeuring en de nationale toelating van gewasbeschermingsmiddelen respecteert het kabinet de onafhankelijke wetenschappelijke adviezen van daartoe aangewezen en bevoegde instanties (EFSA, Ctgb), conform het regeerprogramma. Daarnaast geeft Wiersma aan dat ze zich, ook Europees, zal inzetten voor een middelenpakket dat verschuift naar lagere risico’s en meer ‘groene’ middelen. Hiervoor is in 2024 een verduurzamingsloket geopend bij het Ctgb, waarbij laagrisicoaanvragen met voorrang worden behandeld. Nederland zet ook in op het uitbreiden van capaciteit en expertise hierop in alle lidstaten, bij de Europese Commissie en EFSA, zodat vooral het langdurige goedkeuringstraject voor werkzame stoffen verkort kan worden met meer menskracht. Om dit proces te versnellen, overweegt Wiersma om een conferentie te organiseren in EU-verband om het belang hiervan te benadrukken en kennis en kunde uit te wisselen.

Gebruik chemisch-synthetische middelen verlagen
Wiersma wil, om tuinders minder afhankelijk te maken van chemisch-synthetische gewasbeschermingsmiddelen, zich inzetten op technische innovaties, zoals drones en precisietechnieken. Daarnaast wil ze zich volledig richten op weerbare rassen en weerbare teeltsystemen. Ze vindt het tevens belangrijk om de toepassing van alternatieven door telers te stimuleren, bijvoorbeeld via de eco-regelingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

Transparantie en naleving
Het helpt tuinders wanneer zij inzicht hebben in hoe hun gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zich verhoudt tot dat van collega’s. Dit zorgt ook voor transparantie in het gebruik, meer bewustwording en gedragsverandering. Wiersma is met de sector in gesprek om te komen tot een instrument voor monitoring en benchmarking. Dat instrument moet zowel voor tuinders als voor adviseurs inzetbaar zijn. Het doel van benchmarking is om het toepassen van geïntegreerde gewasbescherming in de praktijk te optimaliseren, zodat het accent verschuift naar het gebruik van preventieve en niet-chemische maatregelen. Doordat er meer inzicht wordt gecreëerd in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en het toepassen van IPM (en de bijbehorende milieu-impact) door tuinders, zal de sector grote stappen kunnen zetten in het verminderen van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Haar verwachting is dat dit ook leidt tot betere naleving. Tuinders willen hun milieu-impact verlagen, maar weten niet altijd wat hun exacte impact is en hoe ze dit optimaal kunnen veranderen. Vergelijken met en leren van anderen via een benchmarkingssysteem helpt hierbij enorm. Dit past ook goed bij de overgang naar doelsturing, volgens Wiersma.

Helma Verberkt, directeur Artemis: “Wij zijn positief over dit beleid van Wiersma. De inzet om ook tot een verduurzamingsloket op Europees niveau te komen voor groene stoffen is van groot belang voor versnelling en vernieuwing van mogelijkheden. Een systeemaanpak gericht op sterke gewassen, biologie en technologie is cruciaal. Samen met de sector zullen wij ons inzetten op verdere monitoring en benchmarking om te komen tot concrete doelsturing, mede door inzet van biologische oplossingen voor verduurzaming van de sector.”