Demissionair minister Adema heeft naar aanleiding van het rapport getiteld “Advies vervolg Fonds Kleine toepassingen” en de aangenomen motie van het lid Grinwis c.s. besloten om het Fonds Kleine Topassingen in een nieuw jasje voort te zetten.
Voor een nieuw fonds (periode 5) stelt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een incidentele subsidie beschikbaar. Deze vijfjarige periode wordt gefinancierd met 50% bijdrage van private partijen en 50% van het Ministerie van LNV, vergelijkbaar met de vorige periode.
Ook basisstoffen op Europees niveau
De reikwijdte van het fonds wordt licht aangepast. Het voorgaande fonds voor kleine toepassingen richtte zich op uitbreiding van de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en ontheffingen voor het uitzetten van biologische bestrijders. In deze nieuwe fase wordt ook het verkrijgen verkrijgen van een (uitbreiding van de) goedkeuring voor basisstoffen op Europees niveau toegevoegd.
Voorkeur aan laagrisicostoffen
Adema heeft aangegeven enkele voorwaarden te stellen aan de uitbreiding van de toelating van gewasbeschermingsmiddelen met kleine toepassingen, die (mede) gefinancierd worden via het fonds. De eerste voorwaarde betreft het indienen van aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen met werkzame stoffen die volgens Verordening (EG) 1107/2009 in aanmerking komen om vervangen te worden; dit is niet langer mogelijk. De tweede voorwaarde is dat bij de toekenning van aanvragen de voorkeur wordt gegeven aan laagrisicomiddelen. Deze benadering sluit aan bij het huidige beleid, waarbij er een verschuiving plaatsvindt van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met een hoger risicoprofiel naar middelen met een lager risicoprofiel. Het doel is om het gebruik van chemisch synthetische middelen te verminderen en de behoefte daaraan te verminderen.